dinsdag 22 november 2011

Sao Vicente (Mindelo)

Op weg naar mijn laatste haven van deze kant van de oceaan. Bij Tarrafal lig je in de luwte dus op de motor weggegaan. Eerst had ik nog wel gedacht om bij het onbewoonde eiland Santa Luzia te ankeren maar besloten om het niet te doen. Aan de zuidkust verwacht ik met deze wind onvoldoende beschutting. De ankerplaats aan de westkant is dan veel beter maar dat betekent dat je door het Canal de Santo Luzia moet varen om uiteindelijk naar Sao Vicente zelf te komen. Tussen de eilanden geldt ook hier: windversnelling. Daarbij meegenomen de steile golven (overgang van meer dan 1000 meter naar 20 meter) en de windrichting lijkt me dit niet leuk. 
De luwte van Sao Nicolau werd snel ingewisseld in een harde wind tot 28 knopen. Ik had stroom mee waardoor er een knobbelige zee stond. Erg Noordzee-achtig. Met 2 riffen ging ik langs de noordkant van de eilandjes Raso, Branco en Santa Luzia. Mindelo moet je vanaf de noordkant benaderen vanwege de windversnelling tussen Sao Vicente en het grote buureiland Santo Antao met hoge bergen tot 1811 meter. Ik heb voordat het Canal de Sao Vicente in ging het grootzeil helemaal weggehaald en alleen op de genua verder. Goede keuze. Ook hier steile golven en zeer vlagerige, harde wind. Mindelo heeft een jachthaven; de enige van de Kaapverdische eilanden en ik wil mezelf de luxe geven om in de dagen voor de grote oversteek riant te kunnen liggen om zo de laatste voorbereidingen te doen. Het is qua wind zeker niet beschut. Veel harde windstoten gieren door de haven. Daarom heb ik 'bootboy' Paul even aan boord gehad om me bij het aanleggen te helpen.
Na het havengeld voor 5 dagen te hebben betaald (90 euro) op naar de Maritime Polcia in de commerciële haven. Veel agenten maar alleen de baas had de sleutel van het kantoor dus even wachten. Het werd een half uur maar het motto van de Kaapverdiaan is: "no stress".  Zonder nu direct een oordeel te vellen maar ik vind het 'bijzonder' als ik een agent 2 sloffen Malboro zie ontvangen en daarmee rustig over het haventerrein loopt.
In Mindelo wil ik eerst alle voorbereidingen doen en dan pas het eiland bezoeken. Het waren maar kleine voorbereidingen maar er kwam een grote bij. Wat ik in mijn blog al vaker had gemeld was het moeizaam oprollen van de genua. Dit ging zwaar en het was zeer pijnlijk voor mijn handen. Het leverde zelfs blaren op. Bij het zetten van mijn 2e voorstag zag ik dat mijn rolsysteem bij de trommel uit elkaar lag. Waar ooit eens een kogellager zat, zat nu een kogellooslager. Ja, dit verklaart veel. Er staat me van meer dan een jaar geleden bij dat ik ooit eens een kogeltje op het dek had zien liggen. Maar wat nu? Eerst heb ik de gehele trommel van de voorstag losgemaakt. Mijn bootboy Paul wil me helpen om het te laten repareren. Er is hier geen officiële tuiger dus je komt snel naar het niveau van de man van mijn vriends zus heeft een garage en die kan dat maken... Een nieuwe trommel kopen en laten invliegen is erg duur en zal toch minimaal 2 weken vergen. Inmiddels zijn alle onderdelen uit elkaar gehaald. De beide seals alsmede het lager zijn op. Er is geen vergelijkbaar lager op het eiland en daarom besloten om in plaats van een kogellager een glijlager van Teflon te laten maken. Dit moet voldoende zijn om de overkant te halen. Daar zal ik toch mijn minimaal 20 jaar oud rolsysteem moeten vervangen. Het is de bedoeling om vandaag (22 november) het systeem weer in elkaar te zetten.
Nog even over de bootboys. In de haven zie je er veel die klusjes doen. Lijnen aanpakken, helpen met het sjouwen van boodschappen, reinigen van de onderkant van de boot, etc. In eerste instantie heb je wat schroom om er als westerling gebruik van te maken, maar in alle eerlijkheid, je zorgt er wel voor dat ze een boterham kunnen verdienen. Het valt op dat de bootboys westerse namen hebben zoals Paul of Eddy. Echter als een jochie zich voorstelt met "my name is Elton John" kan ik het lachen niet onderdrukken.
23 november. Het rolsysteem is nog niet gemaakt. Bootboy Paul kwam z'n afspraak niet na dus daarom de haveneigenaar (van Duitse origine) aangeschoten. Al uit verhalen begrepen dat hij een principe heeft dat alles mogelijk is of mogelijk gemaakt moet worden. Nee verkopen is geen optie. Hij hoopt het morgen gereed te hebben. Zelf met een taxi een rondrit naar zo'n 5 automaterialenwinkels gemaakt op zoek naar een kogellager en 2 seals. De seals heb ik gevonden; de kogellager helaas niet. Het wordt definitief een glijlager.
Doordat ik nu wat rust over me heen kreeg al even Mindelo zelf bezocht. Bijzonder zijn de oude gebouwen zoals de overdekte groente en fruit markt en het paleis.
Gelukkig worden steeds meer oude gebouwen opgeknapt. Er is ook veel verkoop op straat; met name groente, fruit en vis.
's Avonds heb ik o.a. pizza gegeten bij 'O Coctail' maar ook heb ik gegeten in het bijzondere hotel-restaurant Chave D'Ouro met een magnifiek exterieur en interieur. 
Dit is nou zo'n restaurant waar Herman de Blijker maar vooral meneer Reimers naar toe zouden moeten gaan. Interieurimpressie: als verlichting 2 TL-balken; plastic bloemen op tafel; jaren 50-60 meubilair; vergeelde draperieën om de ramen; zeil met parketmotief op de grond, zeer oude posters met jachttafereel en een pentekening van een Kaapverdische verzetsstrijder die in 1951 door de toenmalige machthebbers was vermoord. Het ontbrak nog aan een huilend zigeunerjongetje. De menukaart is met een typemachine met een oud lint gemaakt waarop elke dag de datum handmatig wordt gewijzigd. Met veel handen- en voetenwerk gekozen voor het menu van de chef. Nou dan verwacht je wat. Zeker omdat het prijzigste op de kaart was; wel 700 Escudos (7 euro). Wat er werd geserveerd was echter een laf lapje vlees met een gebakken eitje erop, frites, als groenten een beetje geraspte worteltjes met een beetje sla en twee schijfjes tomaat en een los schaaltje rijst. Maar ondanks dit alles: ik raad iedereen aan om hier naar toe te gaan! Het geeft zo'n mooi historisch sfeerbeeld. Dit moeten we koesteren!!
Ook nog even voor de grote oversteek naar de kapper gegaan; zo'n kapper in zo'n achterafstraatje. Ik waarschuwde nog wel: "not bold!" maar met een niet begrijpende blik werd de tondeuse meteen driftig gebruikt. In Nederland wordt eerst met een schaar geknipt en de laatste stukjes met een tondeuse bijgewerkt. Hier is het omgekeerd. Eerst grof snoeien met de tondeuse en pas op het eind wordt er nog even met de schaar in de lucht geknipt. Voor 300 Escudos heb ik een prima luchtig overzeilkoppie; je komt toch niemand tegen.
En zou je niet je vrachtwagenrijbewijs met deze lesauto willen behalen?
25 november. Het rolsysteem is gemaakt! Deze middag heb ik de teflon ring gekregen en het zelf, aan de hand van informatie van Tony Vonk te Nederland en spierkracht van twee buurmannen het in elkaar weten te zetten. Voor de zekerheid bij Tony Vonk een compleet vervangingsset gekocht zodat ik de teflonring in de Carieb door een echte kogellager kan vervangen. 
In de haven liggen ook tal van Mini Transat 650 bootjes. Dit zijn kleine racemachientjes van slechts 6,5 meter voor de durfal die met slechts een tussenstop te Madeira van Frankrijk naar Brazilië zeilen. De vloot die hier ligt zijn allemaal van zeilers die technische problemen hebben gekregen en naar Mindelo zijn uitgeweken. Eigenlijk is het een grote afvalrace.
Nog 2 impressies van Mindelo: de vismarkt waar naast kleine visjes ook grote formaat tonijn wordt verkocht en een winkel van tweedehands spullen die bij gebrek aan een etalage het maar aan het traliewerk van de deur hangt..

Terugkijkend op de Kaapverdische eilanden moet ik constateren dat ik zeer blij ben deze eilanden bezocht te hebben. De Canarische eilanden zijn gewoon een uitloop van Europa maar dit is anders. Daarbij zal meespelen dat je niet in een hotel met alle verzorging zit maar dat je zelf je inkopen moet doen. Je hebt snel contact. De bevolking is vriendelijk; behulpzaam en niet opdringerig. Er is geen haat vanwege een koloniaal verleden. Als zeiler zal je ook veel dichter bij de bevolking staan dan een hotelgast. Je moet zelf je eten of andere spullen kopen. Je zoekt ook geen luxe. De omgeving is schoon en er zijn ook geen openlijke vuilnisbelten. Een mooi punt zijn muurschilderingen van kinderen bij de commerciële haven die milieuthema's weergeven.

Het is de planning om zaterdag 26 november 's ochtends te vertrekken voor de tocht naar Barbados. Deze tocht van 2019 NM (3750 km) zal zo'n 17-20 dagen vergen. Alles is klaar en het schip is volgeladen met eten en drinken. Dat wordt me 'n feest... De weersverwachting voor komende week is prima. De wind wordt NE 4-6 waarbij het met name in het begin rustiger is. Ook de deining zal uit de NNE-hoek komen. Jongens ik heb er zin in!
Dit blog zal de komende 3 weken niet bijgewerkt worden maar ik zal dagelijks een positierapport afgegeven waarbij ik afhankelijk van de atmosferische omstandigheden en het goed functioneren van de apparatuur ben. 
Tot Barbados!

maandag 14 november 2011

Sao Nicolau

Tegen vijven zijn we met 3 schepen vertrokken. De wind is prima maar de verwachting is dat deze in de nacht gaat afnemen. Al meteen gemerkt dat mijn log het niet doet. Pvd! Vergeten schoon te maken. Nou dan maar geen 85 NM op de teller erbij. Zo rond half zeven is het al donker. Maar de maan kwam. Het was volle maan en onbewolkt. Alsof iemand de TL-buizen had aangelaten. Wat een licht! De wind zwakte af alsmede de golven. Doordat de Marry Ann II dicht in mijn buurt voer ben ik maar 15 minuten slaapjes gaan houden. Het was een schitterende nacht: volle maan en om drie uur 's nachts nog een temperatuur van 25 graden. Je staat in de korte broek of minder aan dek. Bij dit alles vergeet je heel snel dat de wind te weinig was en zo veel ging draaien dat ik af en toe richting Brazilië voer; maar ook soms Marokko. Om 04:00 werd het te gek en heb ik de motor gestart. Na drie uur motoren was rond zevenen Sao Nicolau in zicht en de wind was weer een beetje terug dus weer verder onder zeil verder gegaan. 
Rustig dobberend en af en toe met motorondersteuning ben ik op het eind van de middag bij het dorpje Preguica voor anker gegaan. Dit dorpje was gedurende drie eeuwen dé haven van het eiland Sao Nicolau maar door de opkomst van stoomschepen zijn de activiteiten verplaatst. In de ochtend met de dinghy naar het haventje geroeid. Het valt op hoeveel er vervallen is. Sommige oude, kleine pakhuizen zijn nu in gebruik als woning (Eh, dit doen ze ook in Amsterdam en Rotterdam ...).
Ik ben het enig jacht hier en het lijkt erop alsof er niet veel jachten hier ankeren. Je wordt nagestaard en de kinderen roepen naar je (natuurlijk allemaal goede dingen; iedereen is vriendelijk. 
Langs de oude weg zijn een paar mensen hout aan het sprokkelen. Ma zwaait met de machete en de kinderen leggen het hout op een stapeltje. Armoedig? Het is maar welk referentiekader je gebruikt. Ze hebben water, elektra en muziek komt uit de stereoinstallaties. In het enig winkeltje van zo'n 30 m2 waar je wat elementaire levensmiddelen kan kopen wordt ook rum geschonken. 
Om 10 uur 's ochtend kwam een man even binnen om even een borreltje te halen. Armoede of wordt het dan de dag van je leven? Ik heb het niet geprobeerd.
Op de ankerplek weer de nodige klusjes weggewerkt.
Toen ik op 14 november bij Preguica wegvoer merkte ik dat mijn elektrische stuurautomaat het niet deed. Gisteren had ik de aansluiting weer waterdicht gemaakt maar hoe stom, geen commissioning na technical completion uitgevoerd. Zo erg was het ook weer niet aangezien het maar een klein tochtje van 24 NM is en ik het meeste toch op de hand wil sturen met als zeil alleen de genua bij; zeker het voor de winds stuk naar Punta de Vermelharia. De wind is NE5. Gaandeweg nam de wind als gevolg van de windversnellingszone door de steile rotsen van 500 meter hoogte, toe tot 28 knopen (7 Bft). Rond de punt was ook stroom tegen waardoor er een hele knobbelige zee stond. 
Na het ronden van de punt werd het vlagerig en met alleen de genua aan de wind richting Tarrafal. Zo'n 3 mijl voor Taraffal was er geen wind meer en kon ik het laatste stukje op de motor afleggen. Tarrafal biedt goede beschutting echter is ook berucht om de ineens door het ravijn opkomende wind die tot 40-50 knopen kan oplopen. Geankerd in 10 meter water met 45 meter ketting uit. Dit moet het kunnen weerstaan en anders het ik nog een tweede CQR-anker standby liggen.
Bij het inklaren bij de Delegacao Maritima meteen, na betaling van 700 Escudos (ongeveer 7 euro), weer uitgeklaard. Ze wilden ook hier de scheepspapieren in bewaring nemen maar samen met de bemanning van de Spruce aangegeven dat er een kans bestaat dat, als het echt hard gaat waaien we direct weg moeten kunnen varen. Dan is het niet meer mogelijk om terug te komen om de papieren op te halen. Dit argument werd geaccepteerd. Tarrafal is op zichzelf niet indrukwekkend. Het is niet toeristisch maar ik mis iets van levendigheid zoals ik die in Palmeira aantrof. Wel veel kleine supermarktjes waardoor je door te sprokkelen uiteindelijk je inkopen bij elkaar hebt. 
Met een aluguer (openbaar taxibusje) naar Vila da Ribeira Brava gegaan. Dit is de hoofdstad van het eiland en ligt niet zoals te verwachten aan de kust waar in een vallei in het binnenland.

De reden hiervoor is water. Door de hoge bergen (Mta Gordo is 1304 meter hoog) blijven wolken hangen met daardoor mist en/of regen. Dit is duidelijk in de gewassen terug te zien. 
Naast bananen, sinaasappels en suiker wordt ook veel mais verbouwd. Qua gebergte en groenheid doet dit eiland met denken aan Madeira.
Hemelsbreed valt de afstand van Tarrafal naar Vila da Ribeira Brava erg mee maar uiteindelijk een tocht van een uurtje. Het plaatsje heeft zeer mooie kleine straatjes waarbij je in gedachten nog paard en wagen doorheen ziet gaan. Ik had verwacht dat het meer toeristischer was met vele restaurants maar niets van dat. Op het plein bij de kerk is er een beetje bedrijvigheid maar dat is meer vanwege de aluguers dan van iets anders.
Tijdens het slenteren kwam ik langs een mondiaal vergelijkbaar tafereeltje. Twee Jehova-getuigen stonden aan de deur om hun overtuiging te verkondigen. Mijn kennis van Portugees of Kriolu is nihil maar het boekje dat ze in hun handen was qua vormgeving hetzelfde als in Nederland.
Wellicht nog bekend: de 'attractie' te La Gomera: de drakenboom. Nou hier groeien ze gewoon in het wild en ook langs de weg. Blijkbaar is het toch wel een beetje een bijzondere boom want het staat op het 1000 Escudos-biljet afgebeeld.

vrijdag 11 november 2011

Boavista

Na twee dagen voor anker in de Baia da Mordaira te hebben gelegen (tijdens het snorkelen veel soorten visjes gezien) doorgevaren naar het zuidelijker gelegen eiland Boavista. Het was een relatief klein (35 NM) maar lekker snel tochtje en in de middag kwam ik al aan.  Ik heb aan de zuid-oostelijke kant van het eiland Ilheu de Sal-Rei geankerd. Veel bekenden weer getroffen. Er was de afgelopen nacht een behoorlijke deining binnen komen rollen. Dat is dus onplezieriger slapen. De dag na aankomst naar de Polica Maritime. Het nadeel van deze ankerplek is dat je met je bijbootje een behoorlijk stuk moet motoren om bij de kant te komen. Met veel moeite een geschikt plekje gevonden om aan land te gaan. De meeste plekken zijn nu vanwege de deining te gevaarlijk geworden. Een sportvisboot was waarschijnlijk vanwege de hoge deining van zijn anker losgeslagen of was een meerlijn gebroken en op de rotsen beland. Met vele handen wordt geprobeerd de boor te redden/stabiliseren. (Het is overigens gelukt om dit schip los te krijgen en te bergen). 
Sal-Rei oogt minder armoedig dan Palmeira op Sal. Maar daarentegen vond ik de vriendelijkheid in Palmeira nog beter. Zal er een relatie hiertussen bestaan? Na inkopen te hebben gedaan en vele malen bedankt voor kettingen, schilderijtjes en houtsnijwerk het plaatsjes doorgelopen. Het eiland zelf lijkt me niet interessant. Het meest interessante zijn de zandduinen en laat dat net iets zijn wat ik thuis kan bekijken.

Schoolspel op het plein in Boavista
Bij de Policia Martime me ingeklaard en meteen uitgeklaard. In wil niet hebben dat ze mijn bootpapieren tijdens mijn verblijf vasthouden. Ik ken wel het fenomeen dat een jachthaven jouw bootpapieren vasthoudt totdat je betaald hebt. Klinkt logisch. Waarschijnlijk moeten de grote zeeschepen die aan de kade afmeren ook zoiets als havengeld betalen. Het in te vullen formulier is dan ook gewoon voor dat soort schepen. 'Hoeveel verdampers heeft u aan boord en welke'. Motorvermogen? Ja dan kom ik aan met m'n 23 paardenkrachten. De deining op de ankerplek is niet leuk meer. Met name bij hoogwater. Eenmalig zelfs een zwaar brekende zee door het ankergebied zien trekken. Gelukkig lag er geen jacht op haar pad. Het plan is daarom om op 11 november in de middag naar de zuidkust van Sao Nicolau te vertrekken. Daar hoort geen deining te staan.  Op de ankerplek lag ook een prachtig Amerikaans oud motorschip.

zondag 6 november 2011

Sal

Na de bijboot te hebben opgeblazen richting kade. De kademuur is ook de plaats waar de gevangen vis aan land wordt gebracht. Het halve dorp Palmeira is uitgelopen en er is een enorme drukte bij het aan land brengen van de vis. Net zoals in Nederland hebben de vrouwen hier de broek aan (;-)). Met luide stem en met vele gebaren maken ze duidelijk wat ze willen én wat ze niet willen.

Het vissersdorpje Palmeira is klein en niet toeristisch ondanks enkele souvenirswinkeltjes en straatverkopers. Na me te hebben gemeld bij de Delegacao Maritima en de Policia de Frontaira en onder afdracht van 5 euro ben ik terug naar mijn bootje gegaan om de gele vlag door de Kaapverdische vlag te vervangen.
Met vier boten (2 Engelse (Spruce en Mary Ann II, 1 Noorse (Frida) en ik (Sya)) afgesproken om een georganiseerde tour over het eiland te maken. Achter in de laadbak van een pickup rij je over de zandvlakten maar ook ga je met met zo'n 100 km per uur over de grote weg. 
Zelfs op zo'n klein eilandje (216 km2) zijn er verschillen. In het zuiden bij Santa Maria zijn de ressorts en lopen de roodverbrande toeristen en rondom het stadje Espargos zie je de krotten opgetrokken uit golfplaten. 
Veel woningen in de plaatsjes zijn permanent in een bouwfase. Zodra de eigenaar wat geld heeft koopt hij een paar stenen en metselt zelf weer een paar rijen erop.  
Er is geen waterleidingnet. Al het water in Palmeira wordt vanaf een ontziltingsinstallatie aangevoerd en centraal gedistribueerd. Zelf wilde ik ook wat water aanvullen dus stond deze West-Europeaan met twee kleine jerrycans in de rij. Ook hier: de vrouwen regelen het. Ondanks dat je de taal Kriolo niet verstaat heb je goed door wat je moet doen. Binnen in het gebouw kan je je jerrycans vullen en na betaling van een paar escudos (vergelijkbaar met eurocenten) ging ik met de jerrycans in de bijboot weer terug naar Sya.
Toen ik dit blog wilde bijwerken was er geen elektriciteit in Palmeira dus ook geen internet. Dan maar naar Espargos en Santa Maria. Dan kan ik daar ook de sfeer proeven. Er rijden hier taxi's en locale busjes. Deze busjes zijn van die Toyota vans waarin 15 personen gepropt worden. Je hebt de chauffeur en een 'ronselaar'. Hangend uit het raam roept hij iedereen aan. Nadat ik was ingestapt verwachtte ik dat we onderweg zouden gaan. Nee hoor, al toeterend en vele blokjes rijdend worden overal mensen opgepikt. Zodra het busje vol is gaat het onderweg. En vol betekent inclusief jerrycans en manden vol fruit. Nog net geen kippen erbij. In Espargos en Santa Maria was ook geen elektra en internet. Begrepen dat de elektra-uitval vaker voorkomt en dan nog meestal op een zaterdag. Espargos is op zichzelf niet bijzonder maar als je er alleen rondloopt krijg je goede indrukken.
Bij enkele kleine supermarkten wat levensmiddelen kunnen kopen en bij de bakker brood. In een klein gebouw zat een oude man naast een vuil bed. Op mijn vraag: 'Do you have bread, pain?' om meteen bij meertaligheid te bewijzen wees hij naar een doek. En ja onder de doek lag wat brood. Twee broden uitgekozen. Aan boord kreeg ik het gevoel dat het verse brood al was uitverkocht en dat dit een restantje van gisteren of eerder was. Zo smaakte het ook.
Ondanks het zeer grote verschil met bijvoorbeeld de Canarische eilanden was het voor me geen cultuurshock. Je bent welkom en de mensen zijn erg vriendelijk. Door zelf je eigen gedrag aan te passen en geen west-Europese verwachtingen te hebben valt het goed. Nee, dat rustigere tempo is wel lekker! En als afsluiting een foto van mijn vriendin. Een echte big mama.
Ok,  dan nu de echte afsluiting. In de haven nabij de grote kade ligt een vissersschip. Er is geen enkele motivatie op het te bergen. Ze gebruiken gewoon de kade iets verderop.


Ik denk dat ik nog een paar dagen naar een ankerplek in Baia da Mordeira ga om daar wat te zwemmen en te snorkelen en van daaruit 's nachts (de afstand is te groot om het bij daglicht te varen; daarom keuze om 's ochtends bij daglicht aan te komen) naar het eiland Sao Nicolau te varen.

naar Sal (Kaapverdische eilanden)

Dag 1 (donderdag 27 oktober 2011)
De avond voor mijn vertrek vertrokken vanaf La Gomera mijn Noorse, creatieve buren. In het donker om tien uur 's avond gingen ze al luid muziekmakend met hun 45 jaar oude stalen bootje richting Senegal. Vele schepen toeterden hun uit.
Mijn vertrek was rustiger. Om half negen 's ochtends eerst naar het bunkerstation om af te tanken en dan weg voor de 7-daagse tocht naar Palmeira, eiland Sal, Kaapverdische eilanden. De koers is 208 graden en de afstand is 752NM. De wind was zwak uit het noordwesten. Tussen La Gomera en Tenerife weer een groep grienden (Pilot whales) gezien. Op het eind van de ochtend kwam de goede wind: noordoost. Wel was er nog een stevige deining van zo'n 2-3 meter uit het noordwesten die naar verwachting de komende dagen nog zou blijven staan. Waarschijnlijk is deze deining van een orkaan vele honderden mijlen verderop afkomstig. Inmiddels heb ik mijn klokken verzet naar UTC waardoor het dan ook al om 7 uur 's avonds donker is. Daarom het avondeten (rijst met ballen en doperwten) vervroegd naar 6 uur. Na alles voor de nacht te hebben klaargemaakt (1e rif in het grootzeil, radar en AIS aan en alles opgeruimd (ja hoor, nautische 5S)) ga ik slapen met de kookwekker op anderhalf uur.


Dag 2
Ik heb niet zo goed geslapen. Ik moet er weer inkomen maar ook elk uur is er nog steeds de melding over El Hierro via de marifoon. De boot schommelt goed. De gehele dag is de wind wisselvallig tussen 3 en 5/6 Bft. Windkracht 3 is net te weinig om bij de dwarsinkomende deining de zeilen goed vol te houden. Dus spinnakerboom in de genua en er weer uithalen; 2e fok gehesen en weer gestreken om de ideale vorm van zeilvoering te vinden. Uiteindelijk was de beste keus: alleen het grootzeil. Gelukkig nam de wind in de avond toe zodat ik toch een puntje genua erbij kon zetten.
Met het Nederlands zeiljacht Schorpioen een radionetje opgezet. Elke dag om 13:00 op 8101 kHz babbelen we even bij.
's Nachts is het pikkedonker; slechts een dun streepje maan is zichtbaar. Dat maakt het varen altijd bijzonder. Je ziet niets maar je hoort de golven en je voelt de bewegingen van de boot. Het loopt lekker! Gelukkig ben ik deze nacht buiten het bereik van de marifoonberichten van de Canarische eilanden.


Dag 3
Goed geslapen maar wel af en toe (te vaak) wakker gemaakt door mijn radaralarm. Het zijn reflecties van brekende golven die het oppikt. Om 5 uur was ik klaarwakker. Ik ben uitgeslapen. Aan stuurboord om een afstand van zo'n mijl of vier zie ik een rood bakboordlicht. Ineens komt er snel een klein, wit knipperend lampje langsdrijven. Je breekt je hoofd erover wat dat zou kunnen zijn. De meest logische verklaring is dat het een boeitje was aan het einde was van een lijn van een visser. Dit is namelijk een gebied waar ook veel tonijn zit. Een uur later zie ik dan ook daadwerkelijk een klein vissersschip.
De wind is matig kracht 4/5 en het is grijs. Dat is geen weer voor dit gebied. Deze ochtend nog via de marifoon met zeiljacht Marry Ann II contact gehad. Het bakboordlicht wat ik had gezien was van hun. Even gebabbeld over het weer, het doel (ook zij gaan naar Sal) en de zee. Het zijn nog steeds hotse-klotse golven. Gelukkig breekt aan het begin van de middag de zon door. Ik vaar nu met een uitgeboomde genua. Na het radionetje met Schorpioen even voor 2 maal een half uur plat. Een beetje voorslapen. Dan: dolfijnen! Voor de boot zwemt een groepje van 10 stuks. Eentje doet af en toe ook dolfinariumtrucjes zoals het verticaal al spinnend omhoog springen. En dat zo'n 3 meter voor de boeg. Als ik een hoepel had zouden ze er nog doorheen hebben gesprongen.
Na het avondeten alles klaargemaakt. Ik laat voor het eerst de boom staan maar ik heb de genua wel wat ingedraaid. Ik loop ruim 5,5 knoop.
Na een uur in mijn bed wordt ik wakker van te veel geklots en harder gieren van de wind. Het waait serieus: 26 knopen. Ik kijk het eerst even aan of het slechts tijdelijk is of permanent. Het laatste. Dus aankleden en bij de mast het tweede rif in het grootzeil zetten. De genua ook wat verder ingerold. De snelheid ligt nog tussen de 5,5 - 6,5 knopen. Het werd weer een nacht met een hotse-klotse zee. Mijn radaralarm ging zo elk kwartier af doordat het brekende golven zag. Na veel spelen met de variabelen van de radar heb ik het zo kunnen instellen dat ik kan slapen maar dat het toch schepen opmerkt. De belangrijkste wijziging is dat het het wachtgebied geen hele cirkel (eigenlijk een donut) meer is maar een met een punt eruit. Juist in dat gebied waar de wind vandaan komt want daar zijn de reflecties het grootst. Om toch squalls te kunnen opvangen heb ik een tweede wachtgebied ingesteld die het deel van de ontbrekende taartpunt afvangt; maar dan pas op zo'n 3 mijl afstand. Het werkt! Nog 2 vrachtschepen in de nacht gehad.


Dag 4
Zoals verwacht nam de wind iets af. Alle riffen eruit en m'n koers iets verlegd zodat ik alles over stuurboord vaar. Zon erbij en de zee wordt ook aardiger. Als lunch wilde ik gebakken eieren hebben maar de geur en vloeibaarheid van de eieren vond ik verdacht. Weg ermee! Vanuit binnen gooi ik de eieren overboord maar zoals wel te verwachten was spat er eentje tegen de biminibeugel uiteen en een eispray daalt neer. Dan maar soep met brood.
Rond het middaguur moet ik nog 400 NM varen. Ik ben bijna op de helft. Als alles meezit zal ik woensdagochtend of -middag 2 november aankomen. Overigens bij zo'n tocht heb je absoluut geen gevoel voor de datum of de dag van de week. Heel elementair maar je ritme wordt door licht en donker bepaald. De sleepgenerator met de recent geïnstalleerde regeling werkt perfect. Overdag en 's nachts heb ik voldoende stroom en de accu's zitten propvol. Ik hoef niet zuinig met elektra om te gaan.
in de avond is het schip Salva Lake op de AIS zichtbaar. Deze kleine vrachtvaarder van 243 voet heeft slechts een snelheid van 6 knopen. Op AIS: destination: 'by order' en een verwachte ETA van 1 november welk nooit kan kloppen. Vreemd allemaal. Deze middag had ik al van de Schorpioen over dit vreemde schip gehoord. Zij waren het al eerder tegengekomen, Grappend met elkaar gesproken over de piraten van Mauretanië. Niet geheel vreemd want voor dit land (met negatief reisadvies) wordt zeilers die naar Senegal willen varen geadviseerd om er ruim (minimaal 80 NM afstand) omheen te varen. 
Het belooft een rustige nacht te worden met NW 4/5; relatief weinig golven en toch een mooie snelheid van 5,5-6,5 knopen over de grond. In alle eerlijkheid moet ik melden dat een stukje hiervan (0,5 - 1 knoop) ik gratis van de Canary Current meekrijg.


Dag 5
Het klopte. Het was een rustige nacht met geen alarmen. Doordat ik al om 8 uur 's avonds voor m'n slaapjes naar bed ga ben ik om 5 uur klaarwakker. Lezen lukt op deze tocht prima. Waarschijnlijk doordat ik er aan wen maar wellicht ook door andere golf- en bootbewegingen. Het is NE5. M'n koers iets verlegd en de genua uitgeboomd. 
Ik zit slechts 5 mijl naast de geplande, ideale lijn. Tijdens het zonnige weer nog even met de Mary Anne II gesproken. Ze zitten nu 15 mijl achter me. Nu al meer dan 500 NM gevaren. Als avondmaaltijd een blik Chilli Con Carne genomen. Om afwas te besparen maar rechtstreeks uit de pan gegeten. Van een andere single-hand zeiler gehoord dat je Chilli con Carne niets eens hoeft op te warmen. Gewoon rechtstreeks uit het blik eten. De afwas bestaan dan uit slecht één lepel.
Gedurende de nacht blijft de wind variëren tussen 13 en 23 knopen. 


Dag 6
Afgelopen nacht de kreeftskeerkring gepasseerd. Ik ben nu in de tropen. De temperatuur neemt ook steeds meer toe. Om half acht 's ochtend is het al 26 graden. Maar dan de watertemperatuur: 25 graden. Da's pislauw!
Om de genua beter te laten staan wil ik de boom iets verkleinen. Toen ik voorop stond, kreeg ik het gevoel: 'het waait wel hard'. Na de gedane zaken weer terug in de kuip en daar zag ik dat er 28 knopen wind stond. Dat is net 7 Beaufort! Waar komt dat vandaan? De afgelopen dagen was er nooit een echt constante wind. Altijd was er een band waarbinnen het fluctueerde. Als er bijvoorbeeld een wolk (niet eens een squall of een ander vervaarlijk uitziend exemplaar) boven je hing had je direct meer wind en veranderde de windrichting ook. Maar in dit geval hing er niet eens een wolk boven me. Gedurende de dag neemt de wind af tot 18 knopen. Da's lekker. Af en toe wel hoge golven. Slechts eentje had het lef om een breker voor een klein deel in mijn kuip te lozen. Met de marifoon nu contact met het Noorse jacht Frida. Zij zitten zo'n 7 mijl voor me en gaan ook naar Sal. De Schorpioen verwacht deze nacht Mindelo aan te lopen. Na een paar dagen gooien zij weer los voor richting Parimaribo. Ze zijn er vroeg bij.
Onderstaand een videoimpressie van het varen met passaatwinden. Je ziet goed dat het bootje niet stilligt maar schommelt.


Dag 7
De afgelopen nacht bezoek gehad van 7 vliegende vissen (nee ma, ik heb niet gedronken). Je hoort ze op het dek vallen en na een paar spartelingen is het over. 's Ochtends zijn ze door de warmte al hard geworden. Het is een mooi gezicht om ze door het water te zien vliegen. Soms per schooltje en soms alleen. Ze kunnen gemakkelijk een afstand van een honderd meter afleggen. 
De wind draait steeds verder naar het noorden waardoor ik steeds verder van de route af moet wijken. Dus in de nacht gegijpt. Deklicht aan en hoofdlamp op. Ik wist al dat de smeerreep van mijn eerste rif vernieuwd moest worden maar nu zag ik dat de buitenmantel volledig doorgeschavield was. Daarom maar een 2e rif gezet en de genua verder uitgerold. Dat is weer een klusje voor op de klussenlijst. Het lijstje is behoorlijk aan het groeien. Tijdens een slingering had ik het haakje van de schuifdeur bij het toilet met schroef en al uit het hout getrokken. En bij het terugkomen van het dek naar de kuip greep ik mis. In plaats de beugel van de buiskap in mijn hand te hebben ging ik nu met hand en al door de buiskap heen. Waarschijnlijk een beetje oud. Ook zie je roest toenemen. Ook al is het RVS316. Dit soort mankementen en klussen zijn inherent aan zeilen op groot water. Na elke grote tocht zie je al die zeilers klussen. Naast zorgen voor voldoende reservematerialen aan boord moet je als zeiler wel inventief genoeg zijn om mankementen direct met een noodreparatie te kunnen herstellen of in ieder geval voldoende om een haven te bereiken. Er is geen wegenwacht op het water en jouw boot is niet alleen jouw transportmiddel maar ook jouw veiligheid. In de havens helpen de zeilers met elkaar met spierkracht, hersenkracht, reservematerialen of gereedschap. Het lijkt een soort van commune.
Al 35 mijl voor de haven begin ik al met opruimen en losse spullen van dek te halen. Ook me wederom gewassen en geschoren. Bijzonder om te ervaren dat je nu al 6 uur van te voren werkt aan de aankomst. Ondanks dat ik nu 6-7 knopen loop bij 20 knopen wind lukt het me niet om vroeg in de middag aan te komen. Bij de haven van Palmeira op het eiland Sal heb ik na een keer krabben een ankerplek gevonden en hijs in de gele quarantaine vlag. Officieel moet je eerst alle formaliteiten afhandelen voordat je andere zaken doet. In de avond werd ik opgepikt door een rubberboot van het Engels jacht Spruce en borrelden we met 5 boten bij hem in de kuip. Welkom op Sal!


Het was een heerlijke tocht waarbij ik kon ervaren hoe het is om te zeilen met passaatwinden. Tijdens de twee 4-daagse tochten (golf van Biskaje en oversteek naar Madeira) had ik soms enige twijfel maar nu is het 100% zeker. Ik ga eind november naar Barbados oversteken! Chrisja heeft al tickets gekocht zodat we samen Kerst en oud&nieuw onder een palmboom kunnen vieren. Pa moet alleen even de vakantieaccommodatie overzeilen.