zaterdag 28 april 2012

St. Maarten II


De wind zat tijdens onze terugtocht naar St. Maarten nog steeds in de zuidhoek. Met een windkracht 5 tegen was het kruisen geblazen. Voor mijn gevoel was dit langgeleden. We hadden besloten om naar de hoofdstad Philipsburg te gaan en kwamen daar op het eind van de middag aan. Na een zeer onplezierige nacht (golven dwars op de windrichting) de stad verkend. Het is één grote toeristische locatie die zich richt op de cruiseschepen (1 tot 3 stuks per dag). 
Tax free inkopen is de enige trekpleister. Zelfs ik ben gezwicht en heb een nieuw horloge gekocht. Eerst op internet naar de prijzen gekeken en dan daar ver onder onderhandeld. Voor Gette was het walhalla voor inkopen voor haar boetiek. Zeker toen we een winkel zagen die vanwege een opheffingsuitverkoop alle kledingstukken voor 2 US$ wegdeed. Deze aankopen kregen we met moeite gestouwd. Het uiteindelijk resultaat was: 1 grote roltas (formaat: 1 m x 50 cm x 40 cm); een kleinere, uitpuilende koffer die net voldoet als handbagage, een zeer grote propvolle  schoudertas en wat los klein spul om in de handen te dragen. Om dit resultaat te bereiken droeg ze nu wel 2 spijkerbroeken en 2 truitjes over elkaar. Op het vliegveld werd wel overgewicht van de roltas opgemerkt maar gelukkig zonder bijbetaling (er is ook geen probleem bij Customs van St. Vincent geweest). Na afscheid op het vliegveld is Richard wederom weer alleen en gaat de laatste voorbereidingen voor de grote tochten treffen.
De laatste dagen merkte ik dat ik wederom een verkoudheid had opgelopen; ik kreeg uitslag op mijn lichaam. Gelukkig niet jeukend maar het werd wel steeds meer. Ik had al mijn toverdoos met pillen geopend en was gestart met een medicijn tegen allergie. Omdat ik dit probleem toch voor de grote tochten onder controle wil hebben ben ik maar naar de locale huisarts gegaan. De oorzaak was volgens de arts niet duidelijk maar het was in ieder geval geen allergie of virusinfectie. Mogelijk contact met vervuild water en/of een bacterie-infectie. Mijn pillentoverdoos is nu uitgebreid met twee nieuwe varianten. Nu maar hopen dat het werkt.

Net de laatste verse inkopen gedaan. Morgen 1 mei 2012 vertrek ik naar Bermuda. Ik verwacht over deze tocht van 860 NM zo'n 7 dagen te doen. Ik heb er zin in!!

Anguilla


We hebben besloten om naar een ander land te varen. De keuze is het noordelijk gelegen eiland Anguilla. Dus uitchecken bij Immigration en Port Authority waarna we de brug van 9:00 konden pakken.  Ook hier is het aansluiten in de rij wachtenden; alleen de schepen zijn wat groter.
De tocht was relaxed. Een oostelijke wind bracht ons bij een kalme zee naar Road Bay aan de noordzijde van Anguilla. Dit is de enige plaats waar je kan in- en uitklaren. Soms heb ik geschreven over de stugge officials op een eiland maar hier was het bijzonder. Nadat ik de formaliteiten bij Immigration had afgerond ging ik door naar het volgende bureau: Customs. Gette bleef achter bij Immigration en even later hoorde ik de twee dames samen zingen in het kantoor. Zelfs de dame van Customs ging meezingen. Het is dat ik het nummer niet kende want ander had ook nog een bariton deelgenomen. Kan het vriendelijker?
Bij Road Bay langs het hagelwit strand staan slechts enkele huizen en restaurants. We wilden daarom de hoofdstad The Valley bezoeken en zodoende al lopend onderweg. 
Het was heet, bloedheet. We kregen voor een deel van de tocht een lift aangeboden. The Valley was een openbaring. Deze hoofdstad was niet meer dan enkele huizen en overheidsgebouwen in een vlakte neergezet. Op een zondag was ook niets open en niemand op straat dus dan maar weer terug lopen. Op de terugweg bij een supermarkt iets van vers voedsel gekocht. Maar duur!! Voor een paar bevroren hamburgers ben je 40 US$ armer. Waarschijnlijk geldt ook hier dat je beter op St. Maarten de boodschappen kan doen. Op diverse plaatsen aanwijzingen gezien voor een vluchtroute bij een tsunami.
We hadden een eendaagse cruising permit aangeschaft voor 25 US$ (abusievelijk vermeldt de pilot guide EC$). Het geluk is dat mijn bootje slechts 4 ton weegt want voor een schip van 5 - 20 ton betaal je al 100 US$ per dag. De afgelopen nachten was het regenachtig en de vooruitzichten waren niet veel beter. En dus was het 's ochtends stralend weer... Het was de bedoeling om bij Dog Island en Sandy Island te snorkelen. De windrichting was inmiddels gewijzigd in zuidoostelijk maar met meer zuid in het. Bij Dog Island aangekomen merkte we dat de verplichte moorings volledig open lagen. Golfhoogte van meer dan een meter. Met enigszins gevaar voor materiaal en ledematen toch in de dinghy gegaan om naar de andere, beschutte kant van het eiland te gaan maar na 100 meter toch omgedraaid. De wind was aan het aantrekken en was nu al 5 Bft. Dit begint gevaarlijk te worden met zelfs een kans dat je niet meer terugkomt. Om weer aan boord te komen eerst goed het golfpatroon opgenomen om dan op het juiste moment met moeite weer aan boord te klimmen. Dan maar op zoek naar een rustige plek: Little Bay. Het is daar rustig maar helaas was de snorkellocatie niet denderend. Ja dat krijg je als je verwend ben. Als derde locatie naar Sandy Island gegaan. Het was inmiddels al 5 uur en er was niemand meer op het eiland. Voor even een privé-eiland. 

Nog voordat het donker werd waren we terug te Road Bay.

dinsdag 17 april 2012

St. Maarten I

Om kwart voor zeven 's ochtends de ankerplaats bij Oranjestad verlaten. De dames van de Saltimbanque zijn me net voor. Er staat geen wind dus rustig op de motor het hoekje om en richting St. Maarten. Zodra er meer dan 5 knopen wind staat gaat de motor uit en kabbel ik met twee knopen voort. Saba ligt in het zonnetje met een permanente wolk rondom de top. Jammer dan ik het niet kan aandoen. 
Van de Saltimbanque kreeg ik de vertaling van de Franstalige weerwaarschuwing door: in de komende nacht N-NE7; eventueel onweer. Doordat ik naar de Simpson Bay Lagoon wil heb ik te maken met de brugtijden. Slechts drie keer per dag is het open voor ingaande scheepvaart. De opening die ik wil pakken is om 17:30 dus ik hoef niet te haasten. Af en toe waait het iets harder om vervolgens weer in te storten. Een mooie band van buien nadert. Het is een leuk spel om door te versnellen en te vertragen (in- en uitrollen van de genua) de buien voor- en achterlangs me te laten gaan. 
Om 16:30 eventjes voor anker buiten de brug en zodra het opengaat hop er doorheen. De lagoon is verdeeld in een Nederlands deel en een Frans deel. Bij de Fransen lig je gratis en bij de Nederlanders moet je 20 US$ per week betalen. Toch besloten om aan de Nederlandse kant te ankeren omdat de afstand naar alle faciliteiten veel kleiner is en ik maar een klein bijbootje heb. Zoals verwacht trekt de wind in de nacht aan. Noordelijk 6-7. Sya blijft keurig op haar plek liggen. In de vroege ochtend tijdens koffie in de kuip zie ik m'n Amerikaanse buurman langsdrijven. Hun anker is losgekomen. Snel mijn toeter in mijn mond gestopt en blazen! Ook vanaf een ander schip klinkt een hoorn. Na vele seconden is de eigenaar wakker en start de motor. Paniek! Hij gaat niet ankerop maar de knuppel gaat vol gas met nog twee ankers uit een nieuw plekje zoeken. Af en toe pak een van zijn ankers en draait hij vervolgens scherp om dat anker. Veel geschreeuw van alle boten. Zelf heb ik mijn motor startklaar gemaakt en mijn ankerlier ingeschakeld. Het is een kwestie van tijd voordat hij mijn anker eruit ploegt en dan ben ik de sigaar. Het lukt een Amerikaan en een Tsjech om vanuit een dinghy bij hem aan boord te gaan en het commando over te nemen. Hiermee stopt de stupide kamikaze-actie. Daarna ben ik samen met een andere Amerikaan druk bezig geweest om vanuit een rubberboot zijn twee in elkaar gedraaide ankererlijnen uit elkaar te halen. Twee 'speelgoedankers' zaten er aan vast. Na het ontvlechten is het schip samen met de twee opstappers weggegaan en weer voor anker gegaan. Nog geen uur later: weer op drift. Ik heb dit keer mijn gashoorn gebruikt en na enkele seconden kwamen twee hoofden bovendeks. Wederom hebben twee personen met ankerop gaan geholpen en vervolgens is hij gelukkig in een jachthaven gegaan. Achteraf gehoord dat hij de boot net had gekocht en dat hij wist dat zijn hoofdanker te klein was. Tevens was hij niet ervaren. De rust keerde op de ankerplaats weder.
Diezelfde ochtend met de dinghy naar immigration en Port Authority. De dame van Port Authority begon op autoritaire toon over het ontbreken van een registratienummer. 'Het is op St. Maarten wettelijk verplicht' zei ze waarop ik reageerde: 'Er is geen wet in het Koninkrijk der Nederlanden, waaronder St. Maarten gewoon onder valt,  die het officieel registreren van jachten verplicht stelt'. Dit was pure bluf van me. Op mijn vraag welke oplossing ze in gedachte had om uit de impasse te komen kwam geen antwoord. Uiteindelijk een storm in een glas water. Een uur later toen ik met boodschappen terugkwam stond ze bij het dinghy-dock, recht voor mijn dinghy met de dame van Immigration pauze te houden. We hebben lekker gekeuveld over alles en nog wat; ze gaf lachend aan dat ze me, als eigenaar van een jacht zonder nummer, niet zou vergeten. Weer een vriendin erbij.
Simpson Bay Lagoon valt me tegen. De snelle dinghy's vliegen kris-kras over het water. Verbeten gezichten aan de gashandel en niemand groet. Er wordt niet gekeken of jouw golfslag gevolgen voor een andere boot heeft. Een beetje egoïstisch hier. Naast jachten liggen er ook de miljoenenjachten met toch minimaal 10 bemanningsleden. Het grote voordeel is dat die schepen veel geld op St. Maarten binnenbrengen. Aan de Nederlandse kant lijkt het op Rodney Bay (St. Lucia). Een aaneenschakeling van bars/restaurants. Authentiek Caribisch is het hier volstrekt niet. 
Het programma voor de komende dagen was mijn boot klaar maken voor de grote tochten. Echter ik krijg op 18 april een bezoekster uit St. Vincent voor een ruime week over.....;-).


Gette is aan boord gekomen. Niet op de beoogde dag maar een dag later. De reden is dat het vliegtuig van Caribische luchtvaartmaatschappij Liat voor de vlucht van Barbados naar Antigua regenwater lekte. De bemanning vond het ok maar een van de passagiers, de minister-president van St. Vincent & the Grenadines vond het ontoelaatbaar voor alle passagiers en voor de uitstraling van zo'n 'duck-tape vliegtuig' naar naar buiten. En dus moest er ander vliegtuig worden geregeld.
Op St. Maarten de grote boodschappen gedaan zodat ik klaar ben voor de komende grote tochten. Met de dinghy naar de luxe jachthaven Port de Plaisance en dan te voet naar de Grand Marché. Een enorme supermarkt naar Frans model met ook veel Nederlands voedsel. Zodoende bergen snoep ingeladen maar ook hagelslag en de lekkerste satésaus (Wijko) die er bestaat. Met een volgeladen dinghy weer terug. 
Het volgend bezoek is Marigot aan de franse kant van het eiland. Met de dinghy vaar je van de ankerplaats zo over naar de franse kant. Dus binnen 10 minuten van Nederland naar Frankrijk zonder België er tussenin. Met name aan de Franse kant van de lagoon zie je vele schepen met bewoners die er jaren op verblijven. Ze struinen rond vijf uur 's middags de happy hours in de bars rondom de lagoon af. In Marigot de kant op en rondgekeken. Wat opvalt zijn de vele bordjes met '1 euro = 1 dollar'. Door twee landen op 1 eiland, de verschillende munteenheden en het feit dat Frankrijk duurder is dan het Nederlandse deel van het eiland blijkt de franse economie het af te leggen. Vandaar het redmiddel om de in euro-geprijsde artikelen te willen verkopen alsof ze dollar-geprijsd is. Iedereen doet de grote inkopen in het Nederlands deel. Het uitzicht vanuit Fort Louis over Baie de Marigot en Simpson Bay Lagoon is prachtig. Prijsloos.


donderdag 12 april 2012

St. Eustatius

Na driekwart jaar kroketloos door het leven te zijn gegaan wordt dit het 'hoofddoel' voor dit bezoek aan St. Eustatius. Daarom al om halfzeven uit Basse-terre weggevaren. De route ligt een beetje aan de lijzijde van St. Kitts en de wind wordt behoorlijk tegengehouden door de heuvels. Af en toe piept het er tussendoor en kan ik met halve wind en een knoop of 18 aan wind een mooie snelheid maken. Net na de zuidwest-punt stort de wind helemaal in. Ik moet zelfs de motor gebruiken om uit dit gebied te komen. Maar tussen de eilanden staat het goed door en komt een mooie NE-swell de boot lekker laten slingeren. 
Bij St. Eustatius moet je eerst door een 'mijnenveld' van allemaal kleine boeien met als opschrift 'dive only'. Iets verderop ligt een zestal tankers bij de terminal voor anker. Nu is het aanbevolen om aan een balletje te gaan liggen. Ik werd echter aangeroepen door een vertrekkende fransman om net buiten de binnenhaven te ankeren. Dit is toegestaan en je ligt het beste beschut tegen deining. Het klopt; de jachten die aan een balletje hangen liggen veel meer te rollen.
Nu had ik eerder lacherig gedaan over de oplegger van Immigration op Montserrat. De Nederlanders officials op St. Eustatius (in het Engels Statia) hebben het nog wat minder in hun container. Wel hierin alle voorzieningen en een goede airco. En natuurlijk Nederlands met de douaneman gesproken.
Vanaf de dinghydock en een kleine wandeling langs de kust kom je na een steile, korte klim in Oranjestad. Meteen vallen twee zaken op. Het is goed gerestaureerd en je ziet in de bouw van de huizen Nederlandse invloeden. 

Fort Oranje is volledig gerestaureerd en herbergt de toerist information.
Alhoewel de officiële taal Nederlands is wordt hoofdzakelijk Engels gesproken. Er zijn dan ook veel mensen op het eiland die geen Nederlands praten zoals de Amerikaanse eigenaar van een duikcentrum en twee van zijn instructeurs. Er is geen inburgeringscursus nodig. Wat ook opvalt hoe enorme vriendelijk de bevolking is. Je wordt door velen gegroet met een handgebaar of met 'good morning' o.i.d. of zelfs dat ze een praatje starten. Maar hoe zit het met de kroketten? Vorig jaar zat er nog een friettent op het eiland. Nu niet meer. Maar gelukkig kon ik in het restaurant Fruit Tree (gerund door een Hagenees) een broodje frikandel speciaal én een broodje kroket bestellen. Heerlijk!
St. Eustatius is beroemd om de prachtige duiklocaties. Met het duikcentrum twee duiken gedaan. Het eerste duik was naar het koraalrif 'Baracudareef'. Dit prachtig rif is het mooiste rif dat ik tot nog toe heb gezien. Het barst er van de vis en vele baracuda's zwemmen rond en blijven je aankijken. 
Daarnaast twee verpleegsterhaaien gezien; beide slapend dus waarschijnlijk nachtzusters. 
De tweede duik ging naar een Vietnamees visserschip Chien Tong op slechts 17 meter diep. Het stuurhuis werd van binnenuit bewaakt door een reusachtige barracuda met een open bek vol tanden (helaas is de foto niet gelukt). Wederom lekker spelen en door nauwere openingen zwemmen.

Een ander punt van mijn verlanglijstje was het beklimmen van de slapende vulkaan Quill. De naam is afkomstig van het Nederlandse 'kuil' en, ooit eens toen het eiland Engels was, slecht vertaald. Als er ooit eens een franse invloed op het eiland zou zijn geweest dan zou het zeker Soufriere hebben geheten. (nagekomen bericht: er is wel degelijk een franse overheersing geweest). De top ligt op zo'n 600 meter. Om zo min mogelijk last van de warmte te hebben ben ik al om zes uur 's ochtends op pad gegaan. 
In de rugzak veel water. Via een schitterend pad kom je bij de kraterrand. Onderweg zien je vele heremietkreeften en ook drie slangen (roodbuik race slang) gezien. Een ervan had het lef om vlak voor me uit een boom te vallen en voor mijn voeten te landen. 
Door de dichte begroeiing is het bij de kraterrand niet uitzonderlijk mooi. Dus maar een vervolgpad naar het panoramaview genomen. De gradatie is moeilijk en er was aangegeven dat het aanbevolen om dit met een gids te doen maar soms ben ik een beetje eigenwijs. Mooie klim. Je hebt je handen, voeten en hersens nodig om niet naar beneden te vallen. Eenmaal boven een prachtig uitzicht over het eiland. Voordat het echt warm werd was ik weer terug op mijn boot. 
Het was mijn bedoeling om ook nog Saba aan te doen. De weersverwachting gooit roet in het eten. Over enkele dagen gaat er een dikke NE6 staan en loopt de swell op tot ruim 3  meter uit dezelfde richting. Ankeren op Saba is eigenlijk ankeren zonder een echte beschutting. Daarbij wordt bij een NE wind een tocht naar St. Maarten niet prettig door de tegenwind. Daarom besloten om Saba niet aan te doen en maar wat langer hier te blijven. Voordat de harde wind komt wil ik al op St. Maarten liggen.
De extra tijd op St. Eustatius volgemaakt met twee extra duiken. Waarschijnlijk waren dit mijn laatste duiken dit jaar. Bijzonder tijdens een van die duiken was het compleet ingesloten zijn door een school van duizenden en duizenden vissen. De foto laat een deel hiervan zien waarbij op de achtergrond een stokanker uit de 17e eeuw te zien is.

dinsdag 10 april 2012

St. Kitts & Nevis

Dat het een rustig tochtje ging worden was al bekend aan de hand van de weersverwachtig. Met een snelheid tussen 2 en 4 knopen kabbelde Sya richting het eiland Nevis. Je merkt goed dat het hier lente is. De zon is fel. Voor het eerst heb ik tijdens het zeilen mijn bimini opgezet. Onderweg kom je nog een ander eilandje tegen: Redonda. 
Redonda is een eiland van slechts anderhalve kilometer lang en 300 meter hoog. Vanaf 1865 tot 1914 werd er door Engelsen fosfaat gedolven. In 1872 werd het eilandje officieel door Engeland geannexeerd en bij Antigua gevoegd. Echter er is ook een sprookjesversie: er was eens een eilandje in de Caribische zee ... Op het nabijgelegen eiland Montserrat leefde een slimme koopman. Hij had in de gaten dat het eilandje Redonda niet door het grote en machtige Engeland was geclaimd. De volgende dag in het jaar 1865 zij hij: "Redonda is nu van mij". Vele jaren later (in 1880) werd zijn 15 jarige zoon in het bijzijn van de bisschop van Antigua op het koninkrijk Redonda gekroond tot Koning Filipe I. Hij leefde nog lang en gelukkig in ... Engeland. Waarschijnlijk zou hij met z'n koninklijk paard en al van de steile rotsen aflazeren zodra hij een tocht over zijn koninkrijk wilde maken. Het koningschap werd niet via een bloedlijn aan prinsen of prinsessen overgedragen maar aan bevrinde schrijvers: King Juan I - king Juan II - King Bob de Bald en sinds december 2009 de huidige King Michael the Grey. Het koninkrijk is nu eigenlijk alleen nog via de lucht te bereiken en erodeert steeds verder. Het koninkrijk wordt door geen enkele natie erkend. De huidige bewoners voelen zich er prima thuis en vliegen uit als ze honger hebben of om voedsel voor hun kleintjes te vangen. En ze leefden nog lang en gelukkig.
Nevis is een klein eilandje wat bestaat uit de 1000 meter hoge vulkaan 'Nevis peak' als middelpunt. De moorings in de buurt van het plaatsje Charlestown liggen recht voor de kratermond. Zo moeten de mensen van Plymouth, Montserrat vele honderden jaren naar hun vulkaan hebben gekeken. 
Charlestown is een klein, pittoresk plaatsje met enkele pleintjes en historische huizen. Door de beperkte grote heb je alles binnen een half uur gezien. 
Op Witte Donderdag een bijzonder weerzien met Camille en Laure van de Saltimbanque. De laatste keer dat we elkaar hadden gezien was op La Graciosa aan de andere kant van de plas. Sindsdien wel emailcontact met elkaar gehad en nauwgezet elkaar blog volgen.
Goede Vrijdag is hier een feestdag. Alles is dicht en uitgestorven. Slechts één supermarkt is open. Richard eet wederom niet op z'n eigen boot maar eet Bretonse crêpes op de Saltimbanque. Het was al de volgende dag geworden toen ik terugroeide. 
Op deze paaszaterdag al iets voor zevenen weg voor een ukkepuktochtje van slechts 10 NM naar Basse-terre op het eiland St. Kitts. Ik had weer even trek in een jachthaven. Te meer omdat ik nu alle watertanks wil afvullen. Zonder de motor te gebruiken de mooring bij Nevis achtergelaten en rustig onderweg. En bij de jachthaven Port Zante: het lijkt bijna het programma Glamourland van Gert-Jan Dröge en terugkerend middelpunt Jan des Bouvrie. "Hallo daar zijn we weer...." ;-). Buiten de haven ligt de Full Circle en ze gaan net voor me met hun dinghy de haven in. Altijd leuk om vrienden te zien. Naast de haven ligt een duty-free walhalla voor de cruiseschip-mensen. Souvenirshops afgewisseld met juweliers en enkele restaurantjes. Het is spiksplinternieuw en doet qua bouwstijl en lelijkheid erg denken aan Batavia-stad in Lelystad. Een beetje van het semi-authentieke.
Vanwege Pasen wordt de volumeknop van een kroeg in 'Batavia Stad' vol open gezet; tussen 3 en 6 uur 's nachts op z'n hardst. De eerste nacht was het eigenlijk wel mooie muziek. Dance met een Steelband mix. Ik noem deze verfrissende stijl maar Stance. Na een eerdere nachtelijke ervaring op een andere locatie had ik oorpluggen gekocht. Na een half uur swingen in mijn bed ze maar ingedaan om wat nachtrust te pakken.
De komende eiland Saba en St. Eustatius zullen voor mij duikeilanden worden maar ook St. Kitts heeft een goede reputatie. Met Kenneth van Kenneths Dive Center twee duiken achter elkaar gemaakt. Het eerste was voor de oude rot Kenneth een nog een onbekend rif (eigenlijk dacht hij op de locatie van een wrak te zijn). Beneden op 20 meter diep was het schitterend. Totaal drie met koraal begroeide oude stokankers zien liggen, wederom een prachtige maar uitheemse (en voor lokale visstand bedreigende) leeuwvis en een rog van 1,5 meter breed gezien.

Maar de klapper was toch wel een gifgroene Groene Moray. Deze zat gevangen in een visfuik. Een joekel was het: dik twee meter lang en zo'n 25 centimeter in doorsnede. De bek met scherpe tanden wagenwijd open. Als het zou kunnen blazen dan blies het naar ons. Kenneth bevrijdde de Moray die zich meteen achter een rots verborg. Er was een kansje dat het door alle stress in de aanval zou kunnen gaan maar gelukkig niets van dat. 
De tweede duik met verse flessen ging naar het wrak van m/v River Taw. Dit 144 voets schip ligt in twee delen op de bodem. Het was mogelijk om in het ruim en in het achterschip te zwemmen. Het is nog steeds opwindend. Dit keer lukte het me beter om mijn ademhaling te reguleren. Naast het feit dat dit wrak op slechts 40 voet diep lag was mijn duiktijd 55 minuten. Het waren twee heerlijke duiken.


De hoofdstad Basse-terre op St. Kitts laat een vertrouwd beeld van een Caribische stad zien. Mooie maar wel wat vervallen, houten Creoolse huizen. Bijzonder, het lijkt wel een folly, is het op Piccadilly Circus te London gebaseerd plein.
Op deze tweede Paasdag gaan de bewoners van Basse-terre niet naar de bollen of naar de meubelboulevard. Het lijkt meer op Koninginnedag. Wedstrijdjes (zwemmen en boksen), lopen over een ingezeepte balk en lekkere, stevige Caribische muziek.
De bewegwijzering hebben ze volgens mij van de Belgen overgenomen. Welke kant moet ik nu in voor Dieppe Bay?

donderdag 5 april 2012

Montserrat

Na een klein, lekker tochtje van 30 NM al om half twaalf op Montserrat aangekomen. Eerst even gekeken te Little Bay maar uiteindelijk besloten om in de baai iets ten noorden (Rendevous Bay) te ankeren. Deze baai ligt dan wel veel meer open maar, het klinkt vreemd, je ligt er rustiger. Het water is kristalhelder. De bodem op 10 meter diepte kan je vanaf de boot zien. In twee snorkelsessies heb ik alle aangroei, met name de zeepokken, van het onderwaterschip eraf geborsteld. Er liggen in de baai twee andere boten: beiden Nederlanders! Zo veel tegelijkertijd heb ik nog niet gezien. Inklaren kan pas maandag dus maar even naar de 'buren' op s/y Vrijbuiter geroeid om te vragen of ze ook een tour over het eiland gaan maken en of ik dan bij hun kan aansluiten.  Aangezien ze direct doorhadden dat ik een Brabander was kreeg ik meteen een fles bier in mijn hand gedrukt en lege flessen werden snel ververst. Volgens mij bleef het aantal genuttigde flessen op een hand te tellen ...toch? Na ook nog een maaltijd te hebben gekregen (bloemkool, aardappelen en een Hollandse gehaktbal) weer terug naar mijn bootje gegaan. O ja; deze Nederlanders hadden al de toer gemaakt en vertrekken morgen.
De formaliteiten bij Port Authority, Customs en Immigration afgewerkt. De kantoren zijn zwaar verwaarloosd en staan op instorten. Immigration zit zelfs in een oplegger. 
Je krijgt een verblijfsvergunning voor 3 dagen. Daarna verlengen of wegwezen. Gelukkig is dan uitklaren niet nodig. Buiten de oplegger contact gemaakt met twee Belgen en twee Amerikanen. Met zijn vijven besloten om op 3 april de eilandtour te doen. 
Als je het over Montserrat hebt dan heb je het direct over de nog steeds actieve Soufriere Hills Vulcano (nagenoeg alle vulkanen in de Carieb heten Soufriere) die, na 400 jaar slapen, de laatste 15 jaar het zuidelijk deel van het eiland inclusief complete steden waaronder de hoofdstad Plymouth heeft verzwolgen door as, lava en pyroclastische lawines. 
De laatste grote eruptie was in 2010. Little Bay is de nieuwe hoofdstad.
Met het taxibusje en de gids/chauffeur eerst naar het observatorium. In het noorden is het eiland dor maar meer richting het zuiden zie je weelderige plantengroei. Dit komt mede door een aantal natuurlijke waterbronnen. We hebben vandaag geluk want de top van de vulkaan zit niet in een dik wolkendek. Je zien dan ook een flinke stoompluim uit de kratermond komen. 
De film in het observatorium laat mooie en indrukwekkende beelden van het leven op het eiland voor, tijdens en na de erupties. Prachtige beelden van de pyroclastische lawines. Vervolgens met het busje richting beperkt toegankelijk gebied. Een politiepost is opgesteld zodra je zone C in wil en het hazard level 2 of hoger is.
In deze zone zie je vele huizen die verplicht uit voorzorg verlaten zijn. De chauffeur heeft hier ook een huis maar hij woont nu in het noordelijk deel van het eiland. Hij geeft de grond niet op zodat het mogelijk door zijn kinderen in de toekomst gebruikt kan worden zodra de vulkaan weer gaat slapen. 
De voormalige 11-holes golfbaan is volledig verzwolgen door een gigantisch brede en metershoge, opgedroogde modderstroom. Een aantal gebouwen die in de weg stonden zijn weggevaagd of tot de eerste of tweede verdieping bedolven.
Toch zijn er ook voordelen. Het as is erg vruchtbare grond en het zand/gravel is goed in beton te gebruiken. Er zijn enkele mijnbouwbedrijven bezig om het op te graven, te zeven en te verschepen. Voor het verschepen wordt vaak het dok bij Plymouth gebruikt. Aangezien de route dwars door de gevaarlijkste zone V loopt moet het observatorium voor gebruik eerst toestemming verlenen.
Vervolgens bezoeken we een hotel in Richmond Hill. De naam ben ik vergeten maar een kamer boeken zal niet meer gaan. Het hotel lig vol met as en het zwembad is een asbak geworden. 
Ooit moet het eens een mooi hotel op een prachtige locatie zijn geweest. Tal van spullen zijn nog in het kantoor en in de hotelkamers te vinden. 
Vanuit dit hotel heb je een prachtig uitzicht op de vulkaan en Plymouth met haar bedolven of verlaten huizen.
Het was een indrukwekkende dag. Wat zo opvalt is dat er zeer weinig toeristen zijn en dit ondanks de prachtige trekpleister voor eco-vakanties.